Vraag
In de fotografie worden er diverse technieken gebruikt om een bepaald doel te bereiken. In de volgende afbeelding zie je 10 foto’s die typisch zijn voor een bepaalde techniek. Verbind de foto’s met de juiste technieken!
Het antwoord
*** SPOILER ALERT! ***
Dit zijn de gebruikte technieken:
- Voor foto A werd techniek 2 gebruikt: low-key. Bij deze techniek gaat het erom de aandacht te vestigen op een bepaald punt door de rest van de foto onderbelicht te laten. De achtergrond is dus donker, het onderwerp gaat op in de achtergrond op en is zodanig belicht dat je toch het nodige detail ziet met het gewenste contrast. Het effect ziet er dramatisch en geheimzinnig uit.
- Voor foto B werd techniek 8 gebruikt: meervoudige belichting. Hier worden meerdere foto’s met verschillende belichtingen bij elkaar gevoegd, waardoor je in feite twee werelden door elkaar laat lopen. Het resultaat is bijvoorbeeld dat bepaalde delen van de foto er heel soft gaan uit zien (combineren van scherpte met onscherpte), of dat je effectief verschillende beelden door elkaar ziet lopen.
- Voor foto C werd techniek 1 gebruikt: panning. Hier ga je een bewegend onderwerp fotograferen door tijdens het afdrukken mee te bewegen met het onderwerp. Het resultaat is dat je onderwerp scherp wordt weergegeven terwijl de achtergrond in beweging is. Dit geeft dynamiek en snelheid aan een foto.
- Voor foto D werd techniek 4 gebruikt: flitsen met lange sluitertijden. Dit wordt dikwijls bij party-fotografie toegepast: de lange sluitertijd zorgt ervoor dat je de beweging op de achtergrond vastlegt en leuke lichteffecten krijgt door het aanwezige disco licht, terwijl het onderwerp scherp blijft doordat het wordt bevroren door de flits. Je kan het effect nog versterken door in- of uit te zoomen op het moment dat je de foto neemt.
- Voor foto E werd techniek 3 gebruikt: high-key. Dit is het tegenovergestelde van low-key. In plaats van donkere tinten wordt hier gewerkt met veel lichte tinten. De achtergrond is eerder wit, er is weinig contrast, er zijn weinig schaduwen, en het resultaat komt vrolijk en luchtig over.
- Voor foto F werd techniek 9 gebruikt: focus stacking. Focus stacking wordt toegepast om meer scherptediepte te krijgen, typisch bij macro fotografie. Doordat je heel dicht op het onderwerp zit, heb je bijzonder weinig scherptediepte, zelfs bij gesloten diafragma’s. Door meerdere foto’s te nemen met telkens een ander scherpstelpunt, en deze samen te voegen, krijg je een foto met meer scherptediepte waardoor je onderwerp volledig scherp wordt.
- Voor foto G werd techniek 5 gebruikt: panorama. panorama foto’s laten een weids beeld zien door meerdere foto’s aan elkaar te plakken.
- Voor foto H werd techniek 7 gebruikt: 360 graden fotografie. Een vorm van panorama fotografie, maar zodanig dat je een 360 graden beeld krijgt.
- Voor foto I werd techniek 10 gebruikt: exposure blending. Hetzelfde principe dan focus stacking, alleen worden hier verschillende foto’s met verschillende exposure op elkaar geplakt. Deze techniek wordt toegepast wanneer het dynamisch bereik van de camera ontoereikend is, meestal bij extreme verschillen tussen donker en licht. Dankzij deze techniek krijg je in dergelijke situaties toch een foto die volledig correct belicht is.
- Voor foto J werd techniek 6 gebruikt: light painting. Dit betekent letterlijk verven met licht. Door een bewegende lichtbron te fotograferen gedurende een lange sluitertijd kan je zo lichtsporen vastleggen, of een voorwerp vanuit meerdere hoeken belichten.
Zin om één van deze technieken eens zelf uit te proberen? Toon dan zeker het resultaat in onze groep 🙂