Het is voor velen zo herkenbaar. Er was een prachtmoment dat je niet over kan doen. Gelukkig had je je camera bij je om dat prachtige moment vast te leggen zodat je het voor altijd kan terughalen. Je komt thuis, vol enthousiasme zet je de foto’s op je pc en zodra je ze terugkijkt zakt de moed je in de schoenen. Veel foto’s zijn onscherp! En ze leken nog scherp op het schermpje van de camera? Hoe kan dat nou?
Dit is een van de veel voorkomende problemen die mensen maken als ze enthousiast een camera pakken. Maar hoe kan dat? En ligt dat niet gewoon aan je camera? We gaan de meest voorkomende redenen bespreken om te zorgen dat jij na dit artikel wél je momenten kan pakken!
Het hoofdpunt waar je op moet letten bij de voorbeelden is dat het logo op de camera het belangrijkste is, en daar is bij elke shot op gefocust.
1. BEWEGINGSONSCHERPTE
Deze foto is duidelijk onscherp, door de beweging die de fotograaf (of onderwerp) maakte binnen de sluitertijd.
De grootste boosdoener voor onscherpe foto’s is bewegings onscherpte. Dit houd in dat de sluitertijd van de camera wat te traag was voor de beweging die de camera of het onderwerp had. Dit kan dus zijn dat je per ongeluk teveel beweegt, of dat het onderwerp teveel beweegt. Deze bewegingen kunnen heel subtiel zijn en toch invloed hebben, omdat we tegenwoordig vaak zo ver kunnen zoomen op je foto dat je een klein foutje al ziet. Dat is ook precies de reden dat de foto bijvoorbeeld op het schermpje van de camera scherp kon lijken. Het schermpje is simpelweg te klein en bevat te weinig pixels om te laten zien dat er wél wat onscherpte in de foto zit. Zorg dus als je twijfelt, dat je op je camera digitaal even op je foto inzoomt dan kun je de scherpte beter beoordelen.
Bewegingsonscherpte voorkom je door je sluitertijd sneller te zetten. Het is daarom veilig om altijd met een sluiter te werken die gelijk of sneller is aan de lengte (zoom, focal length, mm lens) van je lens. Bijvoorbeeld je schiet met een 200mm lens, dan wil je het liefst werken met 1/200 of sneller (hoger getal). Dit is een handige vuistregel om te zorgen dat je accurater te werk gaat. Daarnaast hebben we natuurlijk de standaard oplossingen als een statief waar mogelijk, en lenzen of body’s met beeldstabilisatie.
2. KLEIN DIAFRAGMA GETAL/KLEINE SCHERPTEDIEPTE EN DAN EEN BEETJE VOOR OF ACHTERUIT BEWEGEN (JIJ OF JE ONDERWERP)
Deze foto is goed gefocust, en de bevat géén bewegingsonscherpte. Echter is er na het focussen (op het logo) een beetje vooruit bewogen door de fotograaf. Omdat je al gefocust hebt verleg je heirmee het focuspunt naar achteren waardoor hij nu achter punt zit waar je hem wilde hebben.
Vaak vind men het erg mooi als je een kleine scherptediepte hebt, oftewel veel onscherp in de achtergrond en bijvoorbeeld alleen de ogen van je model scherp. Dit kan inderdaad mooi staan als je dat wil hebben qua effect, maar is tegelijk ook een van de boosdoeners waardoor het ook vaak fout kan gaan. Doordat de scherptediepte zo klein kan zijn, verleg je je focus gebied ook heel snel door ook maar een klein stukje voor of achteruit te bewegen. Dit kan bijvoorbeeld al door ademen, als je scherptediepte klein genoeg is en je drukt net af op dat moment kan het al zijn dat de scherpte net op het oor zit en niet op het oog. Dit bijvoorbeeld alleen al doordat je net even inademde. Je kan dit voorkomen door direct na het focussen af te drukken zodat er tussen het focussen van je camera en afdrukken zo min mogelijk tijd tussen zit om te kunnen wijzigen. Let ook op je onderwerp, deze kan natuurlijk ook bewegen waardoor het focus gebied net buiten het stuk valt wat je wilde hebben.
3. TE KLEIN DIAFRAGMA GETAL VOOR DIEPTE VAN HET ONDERWERP (TE KLEINE SCHERPTEDIEPTE)
De focus ligt hier goed op het logo, de sluitertijd is hier snel genoeg dat het beeld scherp is. Echter is het diafragma nu zo groot (klein getal) dat de helft van de lens onscherp is terwijl je dat juist scherp zou willen hebben om de camera goed weer te geven. Nu is er maar zo’n klein stukje scherp dat ook de tekst op de lens buiten focus valt. Dit is dus een té kleine scherptediepte (te groot getal).
Dan kunnen we meteen even doorgaan over de soms te klein gekozen scherptediepte. Soms kan men zich blind staren op de kleine scherptedieptes en helemaal als je bijvoorbeeld je eerste lens hebt die bijvoorbeeld f1.8 kan schieten, kan het voorkomen dat je dat uit enthausiasme de hele tijd grote diafragma’s (klein getal) gebruikt. Stel je wil dan bijvoorbeeld je kat op de foto zetten, en je focust op/rond de ogen… dan kan het onscherp lijken omdat de scherptediepte zo klein is dat er zo weinig naast de ogen scherp is dat het onscherp lijkt.
4. TE VEEL RUIS REDUCTIE IN BEWERKING
Deze foto is geschoten op een hele hoge iso voor het voorbeeld. Om ruis te verhelpen pakken mensen vaak ruisreductie in hun bewerkingsprogramma maar vergeten vaak dat als je daar teveel van gebruikt je beelden juist onscherper worden. Ruisreductie blurt namelijk je beeld als het ware een beetje om de ruis tot 1 moes te krijgen waardoor het schoner lijkt. Hierdoor worden je details ook geblurt en uitgesmeerd waardoor je veel details gaat missen. Wees dus voorzichtig met de hoeveelheid ruisreductie. Zie als goed voorbeeld bijvoorbeeld de grip, daar zit nog amper detail in.
Als je op hoge iso’s moet fotograferen, is het gewoon zo dat hoe hoger hoe groter de kans dat je detail gaat verliezen. Nu doel ik niet op iso’s als 400 of iets dergelijks, maar bij sommige camera’s wordt het vanaf iso1600 bijvoorbeeld al goed zichtbaar dat het oplossend vermogen gewoon terugloopt. Vergelijk je dit met foto’s op bijvoorbeeld iso100 kan het zijn dat je vind dat de foto niet scherp is. Dit is opzich helemaal niet zo erg, als je focus goed was en je scherptediepte ook, dan heb je de iso gewoon nodig gehad voor voldoende licht. En de shot wel hebben op hoge iso, dan iso laag houden en compenseren met je sluitertijd waardoor je risico hebt van bewegings onscherpte. Wees dus niet bang om je hogere iso’s gewoon te gebruiken als de situatie dat vraagt.
Waar het dan vaak wel fout gaat is dat men juist om die ruis tegen te gaan soms ver kan gaan in ruis reductie in bewerking. Een bekend effect daarvan is dat het je ruis lijkt te verminderen, maar wat het eigenlijk doet is het uitsmeren van je ruis maar dus ook je details. Gebruik ruisreductie, als je dat gebruikt dus ook altijd met mate om te voorkomen dat je foto onscherper word.
Tot zover de meest voorkomende oorzaken van onscherpe foto’s! Hopelijk heb jij vanaf nu alleen nog scherpe platen!
You must be logged in to post a comment.